Levenscyclusanalyse
Last updated
Last updated
Het merendeel van de milieueffecten van een levensmiddel doet zich voor tijdens de landbouwproductiefase.
Voor de Green-score komt de Productie-score overeen met zowel de landbouwproductie ("de boerderij verlaten") als met de verwerkingsstappen die nodig zijn voor verwerkte producten ("de fabriek verlaten").
De LCA-score wordt berekend op basis van gegevens uit het AGRIBALYSE-programma, de referentiedatabank voor landbouw- en voedingsproducten : .
AGRIBALYSE is een programma van de Franse overheid, ondersteund door ADEME: het Agentschap voor Ecologische Overgang.
De LCA's van Agribalyse houden rekening met alle stadia van de levenscyclusanalyse (landbouw, verwerking, vervoer, verpakking, gebruik, einde van de levensduur) voor de belangrijkste categorieën van voedingsproducten.
Meer dan honderd wetenschappers hebben bijgedragen aan dit programma, dat sinds 2009 bestaat en waarvan de laatste versie (v3) sinds september 2019 voor iedereen toegankelijk is.
De Agribalyse-methodologie wordt in detail beschreven :
Aangezien de gegevens van Agribalyse gebaseerd zijn op gemiddelde informatie per productcategorie, is het momenteel niet mogelijk producten in dezelfde categorie met elkaar te vergelijken. Zo zullen twee levensmiddelen van dezelfde categorie een gelijkwaardige LCA-score hebben, zelfs als hun receptuur, productiemethoden, oorsprong en verpakking merkbaar verschillen.
Voor de berekening worden 16 indicatoren in aanmerking genomen. Zij komen overeen met die welke zijn aanbevolen door de in het kader van de werkzaamheden betreffende het project "Milieuvoetafdruk van producten".
Midden
Indicator
Beschrijving
Lucht
Klimaatverandering (CO2)
Komt overeen met de wijziging van het klimaat, met gevolgen voor het mondiale ecosysteem (uitgedrukt in CO2-equivalent)
Lucht
Fijne deeltjes
Fijne deeltjes komen in organismen terecht, vooral via de longen. Ze hebben een effect op de menselijke gezondheid.
Lucht
Aantasting van de ozonlaag
De ozonlaag bevindt zich op grote hoogte in de atmosfeer en beschermt tegen ultraviolette zonnestralen. De uitputting ervan verhoogt de blootstelling van alle levende wezens aan deze negatieve straling (in het bijzonder kankerverwekkende stoffen).
Lucht
Fotochemische ozonvorming
Dit leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, vooral door de vorming van mist op een laag niveau, "smog" genaamd". Het heeft schadelijke gevolgen voor de gezondheid.
Lucht
Verzuring
Het resultaat van chemische emissies in de atmosfeer die weer in ecosystemen terechtkomen. Dit probleem is met name bekend door het verschijnsel zure regen.
Lucht, Water, Bodem
Ioniserende straling
Komt overeen met de effecten van radioactiviteit. Dit effect komt overeen met het radioactieve afval dat ontstaat bij de productie van kernenergie.
Water
Uitputting van de watervoorraden
Komt overeen met het verbruik van water en de uitputting ervan in bepaalde regio's. Deze categorie houdt rekening met de schaarste (het heeft meer impact om een liter water te verbruiken in Marokko dan in Bretagne).
Water
Marine eutrofiëring
Komt overeen met een buitensporige verrijking van natuurlijke milieus met voedingsstoffen, wat leidt tot proliferatie en verstikking (dode zone). Het is dit fenomeen dat aan de oorsprong ligt van groene algen.
Water
Zoetwater eutrofiëring
Komt overeen met een buitensporige verrijking van natuurlijke milieus met voedingsstoffen, wat leidt tot proliferatie en verstikking (dode zone). Het is dit fenomeen dat aan de oorsprong ligt van groene algen. Het kan ook in rivieren en meren worden aangetroffen.
Land
Terrestrische eutrofiëring
Net als in het water komt terrestrische eutrofiëring overeen met een buitensporige verrijking van het milieu, in het bijzonder met stikstof, die leidt tot een verstoring van het evenwicht en een verarming van het ecosysteem. Dit betreft hoofdzakelijk landbouwgronden.
Land
Gebruik van land
Land is een eindige hulpbron, die verdeeld is over "natuurlijke" (bos), productieve (landbouw) en stedelijke omgevingen. Gebruik van land en habitats bepalen in grote mate de biodiversiteit. Deze categorie weerspiegelt derhalve het effect van een activiteit op het bodemverval, met verwijzing naar de "natuurlijke toestand”.
Land
Uitputting van energiebronnen
Komt overeen met de uitputting van niet-hernieuwbare energiebronnen: steenkool, gas, olie, uranium, enz.
Land
Uitputting van minerale hulpbronnen
Komt overeen met de uitputting van niet-hernieuwbare minerale hulpbronnen: koper, kalium, zeldzame aardmetalen, zand, enz.
Lucht, Water, Bodem
Toxiciteiten (3 soorten)
Zoetwater ecotoxiciteit, Carcinogene en niet-carcinogene toxiciteit voor de mens. Indicatoren van toxiciteit via milieuverontreiniging. Deze indicatoren zijn momenteel nog niet erg degelijk.
De 16 indicatoren worden gewogen aan de hand van het belang van de milieuproblemen die zij vertegenwoordigen.
De weging is het resultaat van een brede raadpleging van 2 verschillende groepen:
Bevolking: 2.400 mensen in 6 Europese landen
Wetenschappelijke experts: 518 deskundigen in 48 landen
Elke groep weegt de verschillende indicatoren aan de hand van het belang van de daarmee samenhangende milieuproblemen. De uiteindelijke weging is het resultaat van de samenvoeging van de 2 groepen (op 50/50), en van het in aanmerking nemen van de mate van degelijkheid van elke indicator.
Indicator
Weging
Klimaatverandering (CO2)
21,06%
Fijne deeltjes
8,96%
Aantasting van de ozonlaag
6,31%
Fotochemische ozonvorming
4,78%
Ioniserende straling
5,01%
Uitputting van de watervoorraden
8,51%
Marine eutrofiëring
2,96%
Zoetwater eutrofiëring
2,80%
Verzuring
6,20%
Terrestrische eutrofiëring
3,71%
Landgebruik
7,94%
Uitputting van energiebronnen
8,32%
Uitputting van minerale hulpbronnen
7,55%
Zoetwater ecotoxiciteit
1,92%
Carcinogene toxiciteit bij de mens
2,13%
Niet-carcinogene toxiciteit bij de mens
1,84%
Deze methode komt overeen met die welke door de Europese Commissie is voorgesteld om tot één enkele score te komen ("Single score"):
Voor elke productcategorie wordt op basis van 16 impactindicatoren een "Single Score" berekend. Deze wordt uitgedrukt in punten (Pts) per 100 g eindproduct. Hoe hoger deze score, hoe groter de impact op het milieu. 1 punt stemt overeen met de gemiddelde milieu-impact van een Europese burger op 1 jaar (in 2010). Voor een levensmiddel ligt deze score doorgaans tussen ~ 0 (geen effect) en 0,004 punt (zeer significant effect) per kilo eindproduct zoals het wordt geconsumeerd.
Als onderdeel van de Green-score wordt deze score omgerekend naar een schaal van 0 tot 100 om hem gemakkelijker leesbaar te maken.
De 100-punts-normalisatie volgt de volgende formule:
is de Single Score van het betrokken product, uitgedrukt in millipunten (mPt) per 1kg
De formule volgt een logaritmische, niet lineaire curve. Een logaritmische schaal is bijzonder geschikt om grootteordes in toepassingen aan te geven. Het toont een breed scala van waarden in een kleine ruimte. Het is dus mogelijk groenten met elkaar te vergelijken, evenals rood vlees, op één enkele schaal van 100 punten.
Asselin-Balençon A., Broekema R., Teulon H., Gastaldi G., Houssier J., Moutia A., Rousseau, V., Wermeille A., Colomb V. (2020). AGRIBALYSE 3.0 : la base de données française d’ICV sur l’Agriculture et l’Alimentation - Rapport méthodologique pour les produits alimentaires. ADEME.
Z.L.P.R. (2019). JRC Technical Reports - Suggestions for updating the Product Environmental Footprint (PEF) method.
Bron: ADEME -
Seizoensgebondenheid: sommige groenten en fruit worden in Europa het hele jaar door geproduceerd in verwarmde kassen, meestal op gas of olie. Een tomaat die buiten het seizoen wordt geproduceerd, genereert 4 keer meer broeikasgassen dan een tomaat die in het seizoen wordt gekweekt.(). Om onderscheid te maken tussen seizoensgebonden en buitenseizoense producten, krijgen de laatstgenoemde een straf van -20 punten.
ADEME. (2020). Agribalyse.
ADEME, Datagir,
Joint Research Centre, JRC. (2018). Development of a weighting approach for the Environmental Footprint.